„Onze Psalmen en Gezangen." (Bewerkingen van en inleidingen tot onze koralen). Heft 1.
15 Inleidingen voor bekende Psalmen en
Gezangen door COR KEE, orgelist der ronde Luthersche kerk te Amsterdam.
Het orgel is onder ons terecht geliefd en er is veel literatuur, die ervoor gebruikt kan worden. Toch nooit genoeg en voor goede muziek blijft
nog altoos plaats. Wij hebben bijvoorbeeld tal van koraalboeken voor de Psalmen en Gezangen; daaronder zijn èn zeer goede, die wat meer van de speler vragen, èn zeer eenvoudige, die de beginner in de nobele kunst van dienst kunnen zijn. Beide
worden voortdurend gebruikt, niet alleen in huis doch ook in de kerken, door die eenvoudige orgelisten, die gaarne erkennen, niet genoeg begaafd en geoefend te zijn om zelf voorspelen te improviseren, en al zeer voldaan zijn wanneer het hun gelukt, voorspelen
van anderen op dragelijke wijze te reproduceren. Welnu, voor zulken is het zeer gewenst, dat af en toe bundels verschijnen, die hen enige afwisseling mogelijk maken en die ook geschikt zijn om bij bepaalde verzen van een koraal gebruikt te worden. De koraalboeken
kunnen meestal weinig anders doen dan één voorspel geven, dat bij veel verzen van de Psalm of het Gezang kan dienen; daarom is het ook goed, als er eens voorspelen worden gecomponeerd, die meer passen bij één of ander onderdeel
van zulk een lied. Dat is beter dan wat ook wel gebeurt: men neemt eenvoudig uit een bloemlezing één of ander willekeurig voorspel in dezelfde toonaard als het koraal, dat men uit het koraalboek zal spelen, en plakt die twee aan elkander, ook
al hebben ze niets met elkaar te maken.
Nu heeft de heer Kee, die een begaafd orgelist is, zich opgemaakt om in deze behoefte te voorzien en ons een eerste verzameling aangeboden, die we gaarne welkom heten. Ik
zou ze met de gewone catalogusterm 'mittelschwer' willen noemen. Men moet ze goed bestuderen om ze behoorlijk te kunnen voordragen. Maar het loont dan ook de moeite, dit te doen. En men zal dan gewaar worden, dat deze voorspelen inderdaad inleiden tot het
lied, dat men wil zingen. Ze hebben bovendien het voordeel niet te lang te zijn. Ook is de druk zeer duidelijk en de uitvoering naar de eis, zodat hier wel van een aanwinst gesproken mag worden en dit degelijke werk te vergelijken is met de beroemde perzik,
die naar meer smaakt.
de M.
Bron: Stemmen des tijds; Maandblad voor christendom en cultuur Jaargang 15 (1926)